Samenwerken om chemische industrie als klant te strikken | Orgaworld

Samenwerken om chemische industrie als klant te strikken

Organische afvalstromen kunnen worden gebruikt als bouwstoffen voor de chemische industrie. Interessant voor afvalbedrijven, maar er lijkt alleen een positieve business case te ontstaan als zij de handen ineen slaan. Gft inzetten als bouwstof voor de chemie. Een consortium van TNO, de Vereniging Afvalbedrijven (VA) en AEB, Attero en Orgaworld ziet er wel brood in. Suikers uit de afvalstroom kunnen, zo blijkt uit onderzoek van het consortium, prima gebruikt worden als grondstof voor de productie van biobased aromaten. De chemie gebruikt aromaten als bouwstenen voor de productie van onder andere plastics. Om de chemische industrie te verleiden om over te stappen op het gebruik van biobased aromaten, zullen afvalbedrijven echter wel moeten samenwerken. Dat zegt strategisch adviseur van AEB Sietse Agema.

Concurreren met olie

“We weten dat er een positieve business case is voor afvalbedrijven”, zegt Agema. “En dat zonder subsidie. Daarmee is het opwerken van organisch afval tot bouwstof voor de chemische industrie in feite interessanter dan het vergisten van dit afval, waar subsidie bij moet om de business case rond te krijgen. Een grote uitdaging is echter om de chemische industrie als klant te binden.”

Volgens Agema moeten afvalbedrijven daarvoor aan een aantal voorwaarden voldoen. “De chemische industrie vraagt een substantieel volume, leveringszekerheid en voldoende kwaliteit”, aldus de strategisch adviseur. “Een enkel afvalbedrijf, of zelfs de afvalbedrijven binnen ons consortium samen, kunnen nu nog moeilijk aan die eis voldoen. Daarom willen we het consortium uitbreiden. De concurrentie is namelijk hard als je grondstoffen voor de chemie wil leveren. Die industrie maakt nu vooral gebruik van olie, een grondstof die op dit moment natuurlijk bijzonder goedkoop is.”

Toch denkt Agema dat de kans reëel is dat afvalbedrijven met de leveranciers van olie kunnen concurreren. “We hebben nog wel vijf jaar nodig om onze nieuwe technologie door de pilotfase en demofase heen te loodsen en om een full scale fabriek te bouwen om de suikers uit de afvalstroom te kunnen winnen. In die tijd kan de olieprijs zich nog allerlei kanten op bewegen. Op dit moment zien wij in echter ieder geval perspectief voor de nieuwe business.”

Ambitie

Agema ziet een eventuele full scale fabriek graag naar de Amsterdamse haven komen. “De haven van Amsterdam is bij onderzoek naar deze ontwikkeling betrokken. In de haven zie ik dat er aan alle randvoorwaarden kan worden voldaan voor de bouw van de fabriek: naast onze installatie daar is grond beschikbaar, je zit dichtbij de organische reststroomverwerker Orgaworld en we hebben de beschikking over stoom en elektriciteit, beiden belangrijk voor het opwerkingsproces. De fabriek zou dus bij ons kunnen landen. Daar bereiden we ons ook op voor.” Uiteindelijk zijn er meerdere fabrieken nodig volgens Agema. “Er zijn meerdere locaties denkbaar waar deze kunnen komen. Het belangrijkste is dat we als branche over onze grenzen heen durven kijken en echt gaan samenwerken om deze technologie en business mogelijk te maken. Zo kunnen we de circulaire biobased economie echt een stap verder brengen. In de tussentijd volgen we het lopende pilotproces op de voet. Er kunnen immers ook nog lichten op rood springen. Afvalbedrijven die graag betrokken willen zijn bij de ontwikkelingen kunnen zich melden bij de VA of TNO.”

Het onderzoek dat AEB, Attero en Orgaworld samen met TNO en de VA deden naar het gebruik van suikers uit gft als grondstof voor de productie van biobased aromaten valt binnen het breed gedragen Shared Research Center Biorizon.

 

 

©2014 Orgaworld